Statuten
ARTIKEL 1: ALGEMEEN
1. De stichting is genaamd Stichting Studiefonds Pecunia.
2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Zwolle.
ARTIKEL 2: DOEL
1. De stichting heeft ten doel het financieel ondersteunen van studenten die een studie volgen bij een opleidingsinstituut voor complementaire geneeswijzen en hun studiekosten niet zelf kunnen dragen, alsmede al hetgeen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
ARTIKEL 3: HET VERMOGEN
1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door:
- Subsidies en donaties.
- Schenkingen, erfstellingen en legaten
- Alle andere verkrijgingen en baten.
2. Erfstellingen kunnen slechts beneficiair worden aanvaard.
ARTIKEL 4: SAMENSTELLING, BENOEMING EN DEFUNGEREN
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van ten minste drie en ten hoogste zeven personen. Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
2. Bestuursleden worden benoemd door het bestuur. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
3. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, dan wel, in plaats van beide laatstgenoemden, een secretaris-penningmeester.
4. Tot bestuurder van de stichting is niet benoembaar:
- Degene die vijf jaar of korter voorafgaand aan de voorgenomen benoeming door de rechtbank is ontslagen als bestuurder van een stichting;
- Degene die vier jaar of korter voorafgaand aan de voorgenomen benoeming is veroordeeld vanwege aanzet tot haar, geweld of het gebruik van geweld.
5. Een bestuurslid defungeert:
- Door zijn overlijden;
- Door zijn aftreden;
- Doordat hij failliet wordt verklaard of surseance van betaling aanvraagt;
- Door zijn ondercuratelestelling, alsmede door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
- Door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet voorzien;
- Door zijn ontslag, verleend door het bestuur in een daartoe strekkend bestuursbesluit, genomen in een vergadering waarin door alle overige in functie zijnde bestuursleden voor zijn ontslag is gestemd.
6. De bestuursleden ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
ARTIKEL 5: TAAK EN BEVOEGDHEDEN
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.
ARTIKEL 6: VERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN
1. De bestuursvergaderingen worden gehouden ter plaatse als bij de oproeping bepaald.
2. Bestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee van de overige bestuursleden dit nodig acht(en), doch ten minste één maal per jaar.
3. De oproeping tot de vergadering geschiedt door de voorzitter, dan wel namens deze door de secretaris, ten minste veertien dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. De oproeping zal schriftelijk plaatsvinden en vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderworpen en wordt vergezeld van de te behandelen stukken.
4. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldende besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
5. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
6. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
7. Het bestuur kan in een vergadering alleen dan geldende besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
Indien gestemd wordt over een voorstel om een bestuurslid te ontslaan als bedoeld in artikel 4 lid 5, kan het bestuurslid, wiens ontslag het betreft, niet aan de stemming deelnemen en telt dit bestuurslid niet mee voor de berekening van het quorum, zoals bepaald in de eerste volzin van dit lid.
8. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn schriftelijk hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dan na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
9. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van de een stemming, is beslissend.
Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van een oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.
Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
10. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
11. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
12. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.
ARTIKEL 7: VERTEGENWOORDIGING
De stichting wordt vertegenwoordigd door:
a. hetzij het bestuur;
b. hetzij de voorzitter tezamen handelend met een ander bestuurdlid.
ARTIKEL 8: BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN
1. Het boekjaar van de stichting loopt van één augustus tot en met éénendertig juli van het volgende jaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten van de stichting (hierna tezamen ook te noemen: jaarstukken) te maken en op papier te stellen.
4. Het bestuur kan, alvorens tot vaststelling van de in lid 3 bedoelde stukken over te gaan, deze doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen accountant.
5. De jaarstukken worden gedurende ten minste de door de wet voorgeschreven termijn bewaard.
6. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met de juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
ARTIKEL 9: REGLEMENT
1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld die niet in deze statuten zijn vervat.
2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen, met inachtneming van de vereisten opgenomen in artikel 10 lid 2.
ARTIKEL 10: STATUTENWIJZIGING
1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
2. Een besluit van het bestuur tot statutenwijziging kan slechts worden genomen met algemene stemmen, uitgebracht in een voltallige vergadering. Is een vergadering waarin een voorstel tot statutenwijziging aan de orde is, niet voltallig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee weken en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde bestuursleden rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten, mits met algemene stemmen.
3. Bij de oproeping tot de vergadering waarin een statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd.
4. Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid bevoegd.
ARTIKEL 11: ONTBINDING EN VEREFFENING
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in lid 2 van het vorige artikel van overeenkomstige toepassing.
3. Bij het besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld. Het liquidatiesaldo komt ten goede aan een goed doel beogende instelling of aan een project, welke het doel van de stichting zoveel mogelijk nabij komt.
4. Na de ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
ARTIKEL 12: RAAD VAN ADVIES
Het bestuur kan een raad van advies in het leven roepen waarvoor regels gelden zoals door het bestuur in een huishoudelijk reglement vast te stellen.
ARTIKEL 13: SLOTBEPALING
1. In alle geval waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
2. Onder het begrip ‘schriftelijk’ wordt in deze statuten tevens begrepen: per email, per telefax of door enig ander (elektronisch) communicatiemiddel voor zover dat wettelijk of in de jurisprudentie wordt aangemerkt als geldig schriftelijk bewijs.
ARTIKEL 14: EERSTE BESTUUR
In afwijking van het bepaalde in lid 2 en ter uitvoering van het bepaalde in lid 3 van artikel 4, worden voor de eerste maal tot bestuurders van de stichting benoemd:
1. Mevrouw Gangel, in de functie van voorzitter;
2. Mevrouw Van Loosdregt, in de functie van secretaris;
3. De heer Rutten, in de functie van penningmeester.